Blowerdoortest - Luchtdichtheidsmeting
Door middel van een blowerdoortest, ook
wel luchtdichtheidstest genoemd, wordt de luchtdichtheid van een
bestaande woning of nieuwbouw gemeten met behulp van een
blowerdoor-toestel. Tijdens de luchtdichtheidsmeting wordt de
woning in onderdruk en overdruk gebracht met een gekalibreerde
ventilator. Deze lekdetectie-testen bootsen de natuurlijke
drukverschillen na die worden veroorzaakt door de windbelasting
op een gebouw. De aanwezige luchtlekken die in normale,
alledaagse omstandigheden als warmtelekken fungeren, met een
substantieel warmte- en energieverlies als gevolg, worden
geaccentueerd.
De blowerdoortest kan uitgevoerd worden om enerzijds de
kwaliteit van de luchtdichte afwerking van de woning na te gaan
en anderzijds om een geijkte kwantitatieve meetwaarde van de
luchtdichtheid te bekomen die kan gebruikt worden door de
EPB-verslaggever ter verlaging van het E-peil op het EPC met
hogere premies en subsidies voor de bouwheer als gevolg.
Invloed van luchtdichtheid op het E-peil en het energieprestatiecertificaat
Aangezien de luchtdichtheid van een woning in grote mate
meebepalend is voor de effectieve warmteverliezen, houdt het
E-peil logischerwijs rekening met deze factor. Indien er geen
gegevens beschikbaar zijn van een luchtdichtheidsmeting, zal de
EPB-verslaggever bij de EPB-berekening van het E-peil en
het energieprestatiecertificaat uitgaan van een vrij negatieve
standaardwaarde. Nagenoeg alle nieuwbouwwoningen en renovaties
waar er enigszins aandacht is besteed aan luchtdicht bouwen,
presteren in werkelijkheid beter dan die standaardwaarde, de
beruchte luchtdichtheidswaarde bij ontstentenis.
Het laten uitvoeren van een blowerdoortest zal het E-peil
gemiddeld gezien doen dalen met 6 tot 12 E-punten. Deze
verlaging van het E-peil geeft aanleiding tot een betere
EPC-score en bijgevolg zal men aanspraak maken op extra
subsidies en premies. De verkoop- en verhuurwaarde van de woning
zal eveneens stijgen wegens het positievere
energieprestatiecertificaat.
Nadelen/gevolgen van een niet-luchtdichte woning
Onderzoek toont aan dat een gebrekkige luchtdichtheid
aanleiding kan geven tot ongewenste, vervelende
tochtverschijnselen in de woning. Deze ongecontroleerde
ventilatie maakt dat er soms tot 15% van de opgewekte warmte
zomaar verloren gaat met een aanzienlijk hogere energiefactuur
als gevolg. In bepaalde gevallen ontstaan er koudebruggen die in
extremis zelfs aanleiding geven tot plaatselijke vorming van
condensatie met nefaste schimmelvorming als gevolg.
Akoestische overdracht van buitengeluiden worden eveneens
geassocieerd aan en versterkt door een gebrekkige luchtdichtheid
van de bouwconstructies.
Wie mag luchtdichtheidstesten uitvoeren?
Elke energiedeskundige of professional die in het bezit is van een blowerdoor toestel, mag de luchtdichtheidsmetingen uitvoeren. De overheid legt namelijk enkel voorwaarden op naar de te volgen procedures. Indien het rapport van de blowerdoortest zal gebruikt worden in het kader van de EPB-verslaggeving ter incorporatie in het EPB-dossier, dient de druktest te zijn uitgevoerd conform de geldende norm NBN EN 13829.
Basisvoorwaarden, normen en praktische uitvoering
De blowerdoor dient geplaatst te worden in de buitenschil van de woning in een raam- of deuropening naar keuze. Alle binnendeuren dienen geopend te worden, de ventilatieopeningen worden gesloten en/of afgedicht. De testvereisten en -procedures worden uitvoerig beschreven in de norm NBN EN 13829 die dient gevolgd door de deskundige. Indien men een luchtdichtheidsmeting aanvraagt, vermeldt men best dat het een EPB-conforme meting moet zijn. Eenmaal de voorbereidingen getroffen, wordt de ventilator in werking gesteld en komt de woning in onderdruk. De deskundige meet de hoeveelheid lucht die per tijdseenheid en bij een druk van 50 pascal lekt doorheen de gebouwschil. De lekdetectie test wordt zowel in onderdruk als overdruk uitgevoerd teneinde een realistischere meting te bekomen.
Eisen en streefwaarden met betrekking tot luchtdicht bouwen en lekdebieten
De goede praktijk van luchtdicht bouwen geeft eerder streefwaarden dan eisen op. De nagestreefde waarden voor het lekdebiet hangen nauw samen met het soort ventilatiesysteem dat zal worden toegepast in de woning teneinde een goede werking ervan te garanderen. Bij passiefwoningen zal men wel moeten voldoen aan een strikte eis voor de lekdebieten.
De n50-waarde geeft aan hoeveel luchtverversingen er per uur plaatsvinden. Ter indicatie: de standaardwaarde in EPB, indien er geen lekdetectietest werd uitgevoerd, ligt op 12 luchtwisselingen per uur.
Zonder ventilatiesysteem |
|
n50 < 3/h |
Met ventilatiesysteem (systeem A tot C) |
|
n50 < 1.5/h |
Met ventilatiesysteem met warmterecuperatie (systeem D) |
|
n50 < 1/h |
Lage-energiewoning |
|
n50 < 1,5/h |
Streefwaarden passiefhuis (dit is een eis als een passiefhuis-certificaat is gewenst) |
|
n50 < 0.6/h |
Een woning waar enige aandacht werd besteed aan luchtdicht bouwen zal doorgaans niet slechter scoren dan 3 luchtverversingen per uur. Dit levert al snel een E-peil winst op van 6 tot 8 E-punten. De luchtdichtheidsmeting is dus onmiddellijk terugverdiend aan premies en subsidies.
bron: www.epc-platform.be